NL
  • International

  • English Version EN
Pijn in het spronggewricht

Pijn in het spronggewricht

Het spronggewricht

Een mens zet in zijn leven meer dan 200 miljoen stappen. Elke stap is een topprestatie. Want wat er doodeenvoudig uitziet, is eigenlijk een complexe opeenvolging van bewegingen met een perfecte timing en voortdurende coördinatie. Het enkelgewricht is de spil die daarbij een breed scala aan bewegingen mogelijk maakt en de meest uiteenlopende belastingen verdraagt.

Het spronggewricht is constant in beweging en staat ook nog eens constant bloot aan sterke krachten. Daarom is het zeer belangrijk blessures en hieruit resulterende bandinstabiliteit vroegtijdig en op de juiste manier te behandelen, zodat er geen ernstige gevolgschade kan ontstaan.


De anatomie van het enkelgewricht  

De opbouw van het enkelgewricht is optimaal afgestemd op de verschillende taken en kenmerkt zich door een perfect samenspel van botten, spieren, banden en pezen.  

Het enkelgewricht bestaat uit twee deelgewrichten: het bovenste spronggewricht en het onderste spronggewricht. Deze twee deelgewrichten vullen elkaar aan op functioneel niveau en vormen zo één geheel. Dankzij dit samenspel kan het gewricht naar omhoog en omlaag bewogen worden en draaien naar de binnen- en buitenkant van de voet toe (supinatie en pronatie).  

 

 

 

Enkelgewricht mediale weergave

De achillespees is de sterkste pees in het lichaam en verbindt de buigspieren van het onderbeen met de botten van de voet, zodat de voet kan buigen. De pees is ongeveer 5 cm breed en heeft een lengte van 20 tot 25 cm.

Enkelgewricht laterale weergave

Het spronggewricht wordt door een sterk ligamentapparaat gestabiliseerd. Zo hebben banden een begrensde elasticiteit van slechts 3% van de oorspronkelijke lengte. Het bandapparaat verstevigt het enkelgewricht langs de buitenkant door middel van drie afzonderlijke banden (de achterste, middelste en voorste buitenste band). De binnenkant wordt versterkt door de waaiervormige structuur van de binnenste banden (ligamentum deltoideum).  

Verder zijn er een anterieure en posterieure syndesmose aanwezig. Deze elastische bindweefselstructuren verbinden het scheen- en kuitbeen met de enkel en hebben daar de functie van een onecht gewricht.  

Het sprongbeen (lat. talus) vervult een centrale functie bij de krachtoverbrenging van het onderbeen naar de voet. Als de botten van de enkel richting de tenen verschoven kunnen worden wanneer het onderbeen is gefixeerd, is er sprake van een naar voren schuivende talus.  

Achillespees

Oorzaken voor pijn in het enkelgewricht  

Doorgaans is pijn in het enkelgewricht het gevolg van een acute blessure. Andere oorzaken zoals een verkeerde stand, geïrriteerde pezen, ontstekingen, overbelasting, erfelijke factoren zoals aangeboren zwakte van de banden en slijtage door bijvoorbeeld artrose kunnen echter ook leiden tot pijn in het enkelgewricht.


Diagnose van een enkelgewrichtblessure

De basis van de diagnose is het klinisch onderzoek. Een vermoedelijke diagnose wordt gesteld door middel van een gesprek over de medische geschiedenis, visuele inspectie, palpatie en een mobiliteits- en stabiliteitstest. Zo wordt bijvoorbeeld ook het naar voren schuiven van de talus bepaald met de zogenaamde schuifladetest. De vermoedelijke diagnose wordt vervolgens meestal geverifieerd met technische beeldvormingsprocedures zoals röntgenfoto's, echografie, MRI en CT.

Man tijdens een doktersconsultatie

Lokalisatie van de pijn  

Het gebied dat pijn doet kan informatie geven over het type blessure of aandoening.

 

  • Pijn in de buitenenkel wijst op een blessure van de buitenste band, een fractuur van de buitenenkel of aandoeningen van de peroneuspezen.
     
  • Pijn aan de binnenenkel kan veroorzaakt worden door een letsel aan de binnenste band, een fractuur van de binnenenkel, osteochondritis dissecans, tarsaal-tunnelsyndroom en een letsel aan de tibialis-posteriorpees.
     
  • In het geval van beschadiging van het onderste enkelgewricht is de pijn meestal te voelen aan de buitenste rand van de voet.
     
  • Pijn in het bovenste enkelgewricht die voornamelijk optreedt bij beweging wijst op een impingementsyndroom.
     
  • Als de pijn eerder diffuus is en niet nauwkeuriger gelokaliseerd kan worden, duidt dat mogelijk op schade aan de gewrichtsoppervlakken (artrose).

Blessures en ziektebeelden

Acute schade aan het enkelgewricht is altijd het gevolg van de inwerking van mechanische kracht op gewrichten en banden. De meest voorkomende oorzaak is het omslaan van de voet richting de buitenenkel (supinatietrauma), wat leidt tot overstrekking, het gedeeltelijk of volledig scheuren van de banden en zelfs fracturen van het enkelgewricht.

Vrouw met JuzoPro Malleo Xtec Light

Behandeling van pijn aan het enkelgewricht  

Spoedmaatregel na een  verstuiking

Voor de eerste hulp na sportgerelateerde en andere blessures is de PECH-regel een aanrader. P staat daarbij voor pauze, E voor ijs (Eis in het Duits) en koelen, C voor compressie en H voor omhoog leggen. Afhankelijk van de intensiteit van de pijn en de ernst van de symptomen moet vervolgens medisch advies worden ingewonnen.

Man in een hangmat met JuzoPro Malleo Xtec Strong

Bandages en orthesen voor elke blessure- en behandelingsfase

Acute fase: ontlasten en stabiliseren

In de acute fase na een trauma hebben de patiënten last van pijn, zwellingen en beperkte mobiliteit. Doorgaans wordt na een acute blessure of operatie een orthese gebruikt. Deze beperkt de belasting van de buitenste banden op functionele wijze zonder de mobiliteit van de gewrichten in te perken.

Enkelverstuikingen (distorsies van het enkelgewricht) zijn de meest voorkomende blessure in de sportorthopedie. In de meeste gevallen is de voet richting de buitenenkel omgeslagen (supinatietrauma).

Deze blessure wordt meestal conservatief behandeld. In de eerste behandelingsfase na het trauma moet het enkelgewricht van buitenaf worden gestabiliseerd met behulp van een enkelgewrichtorthese en geleidelijk weer worden belast.

Acute blessures gaan vaak gepaard met oedemen en zwelling. Compressiekousen die onder de enkelgewrichtorthese worden gedragen, kunnen de afname van het oedeem en de zwelling versnellen en zo de genezing bespoedigen.

Mobilisatiefase: comprimeren en verstevigen

In de mobilisatiefase moeten de bandstructuren opnieuw in de juiste stand gebracht en verstevigd worden. Deze fase eindigt wanneer de stabiliteit van het bovenste en onderste spronggewricht hersteld is. Om betere therapieresultaten te bereiken is in deze fase vroegtijdige mobilisatie uitermate belangrijk.

Tijdens het genezingsproces van een supinatietrauma en na afloop van de acute behandeling wordt ondersteuning van het enkelgewricht met een bandage aanbevolen. Bandages omsluiten namelijk het gewricht in kwestie en oefenen een comprimerende druk uit. Hierdoor verbetert de zelfwaarneming, de spieren worden gestimuleerd en het gewricht stabiliseert zich.

Man en vrouw aan het picknicken bij het meer
Chronische fase: ondersteunen en geleiden

Vaak is het enkelgewricht nog altijd niet stabiel genoeg nadat de mobilisatiefase is voltooid. Dat kan leiden tot een verkeerde belasting van de voet en de aangrenzende of verbonden gewrichten. Bij terugkerende verstuikingen, pijn en een subjectief gevoel van instabiliteit, vooral op een oneffen ondergrond, moet ter ondersteuning permanent een bandage worden gedragen.  

Wanneer blessures en instabiliteiten onvoldoende behandeld worden, kan kraakbeenbeschadiging (artrose) in het enkelgewricht ontstaan. Een dunne, ondersteunende bandage die in elke schoen past, kan helpen om de progressie van gewrichtsslijtage te beperken.

Oefeningen voor het spronggewricht voor kracht en preventie

Bespreek de afzonderlijke oefeningen met uw behandelend arts of therapeuten. Vraag daarbij ook na of u uw orthese of bandage moet dragen tijdens deze oefeningen. Als een oefening voor u niet prettig voelt, kunt u gerust ook even stoppen. Voer de oefening alleen uit als deze binnen uw mogelijkheden ligt. Train op een vlakke en slipvaste ondergrond. Houd u als dat nodig is eventueel vast voor meer stabiliteit (bijvoorbeeld aan een tafel).​Voor een stabiele stand tijdens de oefeningen plaatst u de voeten altijd op heupbreedte. Belast beide benen, hielen en ballen van de voet gelijkmatig en zoek zo uw balans. Buig de kniegewrichten licht en let er daarbij op dat de voetholten behouden blijven.